Zimmer Biomet: 'Geautomatiseerde traceerbaarheid noodzaak in zorgketen, tot in het ziekenhuis'
Traceerbaarheid van medische implantaten is van groot belang. Liefst met een uniforme barcodering. Vooral als we kijken naar de patiëntveiligheid. Zowel ziekenhuizen als leveranciers zetten zich hiervoor in. Dan moet het wel goed gebeuren, volgens Zimmer Biomet. Zodanig dat alle processen en afdelingen in het hele ziekenhuis gelinkt zijn.
Zimmer Biomet is een wereldleider op de orthopedische markt. Het bedrijf is gespecialiseerd in de ontwikkeling en fabricage van implantaten ter vervanging van door artritis aangetaste gewrichten (bijvoorbeeld heupen, knieën en schouders).
Identificatie implantaten
Oscar van der Ende, Commercial Operations Director Zimmer Biomet: “Traceerbaarheid van medische implantaten is belangrijk. Het waarborgt enerzijds de veiligheid van de patiënt en legt anderzijds een tijdsnorm neer voor de industrie. Stel dat er iets mis gaat. Denk aan de affaire met de lekkende PIP-borstimplantaten. In zo’n geval is het noodzaak dat de zorgketen kan zien bij wie het product terecht gekomen is. De industrie heeft de verantwoordelijkheid tot aan de deur van het ziekenhuis. Daarna moeten we het loslaten. Wat blijkt? Vanaf dat moment is er vaak onduidelijkheid.”
“Veel ziekenhuizen registreren via een handmatig systeem de historie van medische hulpmiddelen. In het doosje zit een sticker, een kopie van het label. Die sticker wordt in een schrift geplakt; het naslagwerk. Is er een recall, dan moeten al die schriften worden nagekeken. Wij kunnen het ziekenhuis een indicatie van levering geven, maar dan nog kost het terugzoeken veel tijd.
In gesprekken met de inkoop proberen wij ziekenhuizen bewust te maken van de essentie van een geautomatiseerd systeem, dat ook voor ons belangrijk is. We leggen consignatievoorraden aan bij ziekenhuizen (voorraden waarvan betaling geschiedt op basis van feitelijk verbruik). Om een factuur op te kunnen maken, willen wij weten welke implantaten ziekenhuizen daadwerkelijk gebruiken. Hiertoe hebben we niet alleen een artikelnummer nodig, maar ook een lotnummer en de vervaldatum.”
Belang geautomatiseerde traceerbaarheid nu onderkend
Ziekenhuizen zijn de laatste jaren met veel externe factoren geconfronteerd, waarbij volgens Oscar van der Ende niet de nadruk lag op geautomatiseerde traceerbaarheid. Mede door de PIP-affaire is het belang ervan onderkend. Van der Ende: “Daar zijn we blij mee.” Zelf draagt de leverancier ook haar steentje bij aan traceerbaarheid middels barcodes op verpakkingen, waaronder die van GS1. “Onze goederenbewegingen worden gescand zodat wij intern al onze producten kunnen traceren, tot het moment dat het product richting de klant gaat.”
Traceerbaarheid van medische implantaten is dus belangrijk. Nog belangrijker lijkt het om hier een uniforme barcodering aan te hangen. Wat is de mening van Zimmer Biomet? “Onze producten worden wereldwijd gemaakt. Zimmer Biomet levert wereldwijd. Een uniforme standaard voor barcodering – zoals de GS1 standaard – zou mooi zijn. Het probleem is, dat niet elk land die ene standaard gebruikt. De industrie verkoopt de implantaten echter binnen al die landen. Daarmee moeten we voorzien in al die verschillende vragen. We hebben te maken met verschillende wetgeving. Conclusie? Op een verpakking komen nu meerdere barcodes voor. We zijn ons ervan bewust dat dit niet altijd even efficiënt is. Welke barcode moet je als ziekenhuis gebruiken? Echter, voor ons is een uniforme barcodering momenteel niet uitvoerbaar. We kunnen niet voor elk land een aparte verpakking maken. Voor ziekenhuizen is het een uitdaging hiermee om te gaan.”
Oscar van der Ende: “Onze producten worden wereldwijd gemaakt. Zimmer Biomet levert wereldwijd. Een uniforme standaard voor barcodering – zoals de GS1 standaard – zou mooi zijn.”
Opleggen van uniforme barcodering door officieel orgaan
Een uniforme barcodering voor de zorg lijkt de oplossing. Maar deze ontwikkeling kost overleg én dus tijd. In Amerika heeft de FDA in 2014 besloten dat alle leveranciers van medische hulpmiddelen over moeten gaan op een Unique Device Identification (UDI). Na Amerika is vorig jaar akkoord gegeven op soortgelijke wetgeving in Europa. Oscar van der Ende: “Wil een uniforme barcodering voor ons uitvoerbaar zijn, dan moet een officieel orgaan dit bepalen. Liefst één autoriteit voor heel de wereld. Wordt dit gerealiseerd, dan is het daarbij van belang dat Raden van Bestuur van ziekenhuizen traceerbaarheid, binnen het ziekenhuis, ook daadwerkelijk opleggen.”
Van productie tot en met de patiënt kunnen traceren
Traceerbaarheid van medische implantaten, liefst met een uniforme barcodering is wenselijk. Mits er aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Maar even zo belangrijk is volgens Oscar van der Ende, dat het geautomatiseerd traceren in de hele keten van een ziekenhuis gebeurt. “Dat is onontbeerlijk. Afdelingen en daarmee processen moeten gelinkt worden. Van logistieke en administratieve processen, van productie naar magazijn tot en met de patiënt. Dan kun je het economisch belang nog verder uitnutten.
Je automatiseert het hele orderproces. Vergelijk het met een filiaal van Albert Heijn. Stel dat de minimale voorraad melk uit 100 pakken bestaat. Er staan er 200 op het schap. Op het moment dat de caissière pak nummer 100 aan de kassa scant, start er een vrachtwagen in de fabriek en staat er binnen een uur een hele pallet met 100 pakken melk in het filiaal. De voorraad is aangevuld. Werken ziekenhuizen met een uniforme barcodering in heel de keten, dan is de voorraad op orde, net als bij Albert Heijn.
De eerste stap die ziekenhuizen nu vaak nemen is alleen het traceren van implantaten die in de patiënt worden ingebracht. Het is een eerste fase. Als industrie hopen we dat traceerbaarheid van alle medische hulpmiddelen in de toekomst in de hele keten van het ziekenhuis mogelijk en zichtbaar is.”