Jumbo: GS1-richtlijn helpt bij aanleveren aan gemechaniseerde DC
GS1 introduceert een nieuwe richtlijn voor aanlevering van goederen aan gemechaniseerde distributiecentra van foodretailers. Karel de Jong van Jumbo: “Dat de nieuwe richtlijn in samenspraak met collega’s in Frankrijk, België en Luxemburg is opgesteld, is de grote kracht van GS1.”
In deze richtlijn is onder meer vastgelegd aan welke kwaliteitseisen een pallet moet voldoen, hoe die moet zijn gestapeld en waar het GS1-(pallet)label moet zitten.
Eerste paal geslagen: nieuw gemechaniseerd distributiecentrum
Begin oktober heeft Jumbo de eerste paal van een nieuw gemechaniseerd distributiecentrum in de grond geslagen. Over twee jaar ontvangen alle winkels van Jumbo hun medium- en slowmovers vanuit dit distributiecentrum in Nieuwegein. “Natuurlijk doen we zo’n investering alleen als dat financieel-economisch voordeel oplevert. Maar aan de keuze voor mechanisering liggen andere redenen ten grondslag, zoals het efficiënter inrichten van de keten om onder meer de krapte op de arbeidsmarkt op te vangen. We kunnen straks magazijnwerk door machines laten doen en mensen inzetten op functies die meer waarde toevoegen”, vertelt Karel de Jong, de supply chain directeur van Jumbo.
Een andere belangrijke reden is de toenemende differentiatie. Met Jumbo City en Jumbo Foodmarkt in aanvulling op de vertrouwde supermarkten beschikt de retailer nu over drie verschillende formules met verschillende assortimenten. “Bovendien willen we het assortiment in elke winkel meer afstemmen op de lokale markt. In grote steden verkopen we nu eenmaal meer kattenvoer, in landelijk gebied meer hondenvoer. Door mechanisering kunnen we de schappen in onze winkels op efficiënte wijze met de juiste artikelen vullen, zonder dat dit ten koste gaat van de efficiëntie in het distributiecentrum.”
Menselijke flexibiliteit verdwijnt
Een grote uitdaging is de aanlevering van goederen aan het gemechaniseerde distributiecentrum. De pallet mag bijvoorbeeld geen kapotte planken hebben, de dozen mogen niet uitsteken en het palletlabel moet op de juiste plek zitten. Alleen dan kan een pallet zonder menselijke tussenkomst en zonder storingen automatisch worden ingeboekt en ingeslagen. De Jong: “In een manuele operatie hebben we mensen die voor de nodige flexibiliteit zorgen. Die zetten snel even een nieuwe pallet eronder, schuiven die ene doos recht of gaan op zoek naar het palletlabel. In een gemechaniseerde operatie is die menselijke flexibiliteit verdwenen. Alles moet de ‘first time right’ zijn.”
Om problemen te voorkomen omschrijft de nieuwe GS1-richtlijn tot in detail waaraan een levering aan een gemechaniseerd distributiecentrum moet voldoen. De goederen mogen bijvoorbeeld alleen maar op europallets of blokpallets staan, terwijl eenmalige pallets niet zijn toegestaan. “De kwaliteit daarvan is vrijwel altijd slecht en oncontroleerbaar”, verklaart De Jong. “Daarnaast moeten de goederen binnen de contouren van de pallet blijven en gestapeld zijn volgens een patroon dat automatisch afstapelen mogelijk maakt. En denk ook aan de kracht van de lijm die leveranciers tussen de lagen aanbrengen om een pallet te stabiliseren. Die lijm mag niet zo sterk zijn dat bij het automatisch afstapelen, de dozen daaronder worden meegetrokken.”
Om problemen te voorkomen omschrijft de nieuwe GS1-richtlijn tot in detail waaraan een levering aan een gemechaniseerd distributiecentrum moet voldoen.
GS1-palletlabel met SSCC-code
Leveranciers hoeven niet bang te zijn dat de nieuwe richtlijn compleet nieuwe eisen omvat. “Deze richtlijn is voornamelijk een aanscherping van bestaande richtlijnen”, stelt De Jong. Hij noemt het GS1-palletlabel met SSCC-code in combinatie met het GS1-verzendbericht als voorbeeld. Dit label stelt Jumbo en andere foodretailers in staat om een pallet met een enkele scan in te boeken. “Een palletlabel met SSCC-code is een belangrijke voorwaarde voor mechanisatie. In onze manuele distributiecentra is 80 procent van de binnenkomende pallets al voorzien van een SSCC-code. Nu is het zaak om ook die laatste 20 procent over te zetten. Als dat lukt, halen we kosten uit de keten. Daar profiteert iedereen van.”
Kwaliteit artikeldata belangrijker dan ooit
Een ander belangrijk aandachtspunt is de kwaliteit en volledigheid van de artikeldata. “Dat is al jaren een aandachtspunt, maar nu is het extra belangrijk dat de ontvangen data honderd procent betrouwbaar is. In Nieuwegein staan straks machines die verschillende goederen op een enkele rolcontainer stapelen. Om die stapelpuzzel zo goed mogelijk te kunnen maken, moet tot op de millimeter nauwkeurig zijn vastgelegd wat de lengte, breedte en hoogte van elke doos of tray is. Het mag niet gebeuren dat onze machine straks een doos probeert te duwen op een plek waar die eigenlijk niet past. Ook moet het gewicht kloppen. Op basis van verwachte gewicht bepaalt een machine bij ontvangst of er iets mist.”
Met Frankrijk, België en Luxemburg
Dat de nieuwe richtlijn in samenspraak met de collega’s in Frankrijk, België en Luxemburg is opgesteld, is een groot pluspunt. “Dat is de grote kracht van GS1”, stelt De Jong. “Internationaal opererende leveranciers als Unilever en Procter & Gamble kiezen steeds vaker ervoor om de productie van bepaalde artikelen op één locatie in Europa te centraliseren. Dan is het niet handig als elk land zijn eigen richtlijn opstelt..”
Natuurlijk is niet elke leverancier een grote multinational. “Sterker nog: wij zijn juist steeds meer op zoek naar die unieke artikelen”, weet De Jong. “Die vinden we vooral bij kleinere leveranciers die met enorm veel passie mooie producten maken, maar daardoor logischerwijze niet de hoogste prioriteit bij hun logistiek leggen. Wij gaan ze helpen met die richtlijn. Binnen Jumbo hebben we één medewerker volledig hiervoor vrijgemaakt. Bovendien nemen we straks alle 450 leveranciers mee naar Nieuwegein om alle 16.000 artikelen vooraf te testen.”
Certificaten voor leveranciers
Jumbo overweegt om certificaten uit te reiken aan leveranciers die de test succesvol hebben doorstaan. “Albert Heijn doet iets soortgelijks voor het nieuwe gemechaniseerde distributiecentrum in Zaandam”, vertelt De Jong, die aangeeft dat een certificaat meer is dan een bewijs van goed gedrag. “Wij zijn niet de enige die bezig is met mechanisering. Naast Albert Heijn zijn bijvoorbeeld ook Hoogvliet en Plus bezig met mechanisatie van distributiecentra. Een certificaat kan ook helderheid scheppen naar andere retailers. Een leverancier die een test bij de een succesvol heeft doorstaan, hoeft bij de ander niet hetzelfde traject helemaal opnieuw te doorlopen. Een check op basis van de reeds uitgevoerde test kan dan volstaan.”