Sambalproeverij: ‘Met een barcode weet iedereen wie je bent’
Ze is een Hollandse pur sang, maar weet alles van sambal, exotische kruiden en specerijen. Dat heeft ze van haar ouders, die veertig jaar geleden al op de markt stonden met sambal, uitheemse groenten en specerijen. Joyce Verberg nam de onderneming over en geeft er haar eigen draai aan.
De sambals gaan ook de grens over en sindsdien gebruikt ze de barcodes van GS1. “Met een barcode weet iedereen wie je bent.”
Sambalproeverij
“Mijn ouders begonnen ooit met de verkoop van drie zelfgemaakte sambals: sambal garlic, sambal badjak en sambal oelek,” vertelt Joyce Verberg. “Mijn vader speelde in op de komst van immigranten naar ons land en zorgde voor typisch Indische, Turkse en Surinaamse producten. Vijf keer per week stond ie op de markt, onder de naam Specerijenberg. Mijn moeder maakte de sambals en die gingen in emmers mee naar de markt. Later stopten ze met de weekmarkt, maar legden zich vervolgens toe op uitbreiding van het sambalassortiment. Inmiddels zijn dat er 36.”
Met bijzondere smaken als aardbeien, knoflook, mango, kokos, gember, limoen en babi pangang. “Recepten van mijn vader, die inmiddels door vier fabrikanten in Nederland worden gemaakt.” En zo ontstond naast Specerijenberg, ook Sambalproeverij.
Het loopt zoals het loopt in de familie van Joyce. “Mijn vader begon ooit als meubelstoffeerder bij een baas en stond op zaterdagen op de markt. Een vriend van de familie stond er met noten en zuidvruchten.” Zo kwam de familie in aanraking met de buitenlandse keuken, waarna de handel in buitenlandse producten begon. Drie jaar geleden nam Joyce, die ook al jaren met allerhande producten op de markt stond, het bedrijf over van haar ouders. “Mijn vader droomde er van om met de sambals in de Markthal in Rotterdam te gaan staan. En daar ben ik toen de sambalproeverij gestart.”
‘De sambalproeverij opent deuren naar nieuwe wegen’
Maar rustig stilzitten op een krukje totdat er een klant langskomt, is niks voor Joyce. “Ik kan niet lang stilzitten. Na een tijdje is de uitdaging weg en moet ik iets anders.” Gelukkig opent de sambalproeverij kennelijk ook deuren naar nieuwe wegen. “Een toerist uit St. Maarten zag onze sambals wel zitten en wilde die gaan verkopen in het Caraïbisch gebied. Een Britse klant dacht hetzelfde en verkoopt nu de sambals in Londen. En een man uit Oekraïne zorgt voor verkoop van sambal richting het oostblok. Als zulke dingen op mijn pad komen, heb ik het geweldig naar mijn zin. Zo importeer ik nu ook knoflook, chili en paprikapoeder, die ik weer kwijtraak aan groothandels en andere afnemers in binnen- en buitenland. Zulke dingen ontstaan puur uit leukigheid.”
'Zonder een barcode ben je gewoon anoniem'
‘Een van de fabrikanten wees me de weg naar GS1’
Dat ze voor de grote en kleine potjes sambal barcodes nodig had, vernam ze anderhalf jaar geleden, toen die naar St. Maarten gingen. “Daar zeiden ze dat een barcode voor hen een voorwaarde is om de sambal te kunnen verkopen. Ik kende het fenomeen nog niet, maar een van de fabrikanten, die de sambals maakt, wees me de weg naar GS1 en de wereld van de barcodes. Ik heb nu een pakket van honderd codes. Die print ik uit en degene die de potten afvult, plakt er ook de labels met barcode op. Die codes stuur ik via we-transfer door.
Voor het logistieke proces van haar bedrijf gebruikt ze de codes nog niet, maar ze ziet er wel de meerwaarde van in. Zonder een barcode ben je gewoon anoniem. Met die code weet iedereen waar het product vandaan komt en wie jij bent. Ik verkoop de sambals ook via mijn eigen site, maar wil misschien later ook via bol.com verkopen. Dan heb ik de barcodes zeker ook nodig.”
De volgende stap? In het schap van de supermarkten
In de Markthal staat ze nu nog maar anderhalve dag per week, de rest laat ze over aan personeel. Intussen houdt ze zich bezig met uitbreiding van haar bedrijf, want ze wil wel groeien. “Ik wil graag in supermarkten gaan verkopen. We zijn nu bezig met het ontwerpen van nieuwe labels en displays om een aantal bijzondere sambals onder de aandacht te brengen. Daarvoor is de receptuur wat aangepast, om de sambals voor een groot publiek aantrekkelijk en betaalbaar te maken. Volgend jaar wil ik op dertig nieuwe locaties staan, er is al interesse van slagerijen en delicatessenzaken. Maar ik wil niet té snel groeien, omdat je dan moet gaan investeren. Ik wil niet afhankelijk zijn van banken en financiers.”