Perry wil RFID verder uitrollen na succesvolle pilot

Vanwege het succes wil Perry RFID graag verder uitrollen, maar daarvoor moeten nog wel wat hobbels worden genomen. Financieel en ICT-directeur Gerco Vonk hoopt dat de grote sportmerken snel verdere stappen zetten: “Hoe eerder in de keten we de producten taggen, hoe groter de toegevoegde waarde voor alle partijen.”

Sports Unlimited Retail (SUR) heeft zich ontwikkeld tot een volwaardige omnichannel-retailer met eigen webshops voor de twee formules Aktiesport en Perry. Artikelen die niet in de winkel op voorraad liggen, kunnen bijvoorbeeld online worden besteld via een kiosk op de winkelvloer. “Maar de omnichannel-ontwikkeling gaat verder”, vertelt Gerco Vonk, financieel en ICT-directeur. “Zo denken we na over een toekomst met smart mirrors in combinatie met RFID-technologie om onze klanten een nog betere ervaring te kunnen geven. Ook denken we aan de mogelijkheid om klanten zelf te laten afrekenen bij een betaalpunt in de winkel. Ook daarbij kan RFID een rol kan spelen.”

In het eigen fulfilmentproces spelen de 60 Aktiesport- en 37 Perry-winkels - de 38e Perry wordt binnenkort in Roosendaal geopend - een cruciale rol. “Dat speelt met name in de tweede helft van het seizoen. In de eerste helft hebben we vaak nog voldoende seizoenartikelen in het distributiecentrum liggen, maar naarmate het seizoen vordert raken de stellingen leeg. Dan zetten we een order door naar één van de winkels. Maar dan moeten we wel zeker weten dat het product daar op voorraad ligt”, stelt Vonk.

Wekelijkse inventarisatie in plaats van 2 of 3 keer per jaar

Om de voorraadbetrouwbaarheid in de winkels te verbeteren, is SUR deze zomer gestart met een RFID-pilot. In drie Perry-winkels zijn alle producten voorzien van RFID-tags. Minimaal één keer per week gaan medewerkers met RFID-scanners de winkel door om te inventariseren wat op de schappen ligt. Vonk is erg positief over de resultaten: “Twee medewerkers hebben nu circa een half uur nodig om 30.000 items te scannen. Voorheen hadden we met een team van vijf medewerkers ongeveer vijf uur nodig om de winkelvoorraad in kaart te brengen. Met barcodescanners moesten ze elk item apart te scannen: een tijdrovende klus die we hooguit twee of drie keer per jaar deden.”

'Twee medewerkers hebben nu circa een half uur nodig om 30.000 items te scannen.'

Lagere veiligheidsmarge door 98% voorraadbetrouwbaarheid

Een winkel is in feite een open magazijn, stelt Vonk met gevoel voor understatement. “Het distributiecentrum fungeert als een gesloten systeem waarin elke goederenbeweging wordt gecontroleerd. Als ieder product voorzien is van een RFID-tag, kunnen we die controles op efficiënte wijze uitvoeren, eventueel ook in het overslagmagazijn van onze transporteur. Maar in onze winkels worden producten ook wel eens gestolen, ondanks de beveiligingsmaatregelen die we getroffen hebben. Daardoor ontstaan soms te grote verschillen tussen de administratieve en fysieke voorraad. Om zoveel mogelijk te voorkomen dat we op zoek gaan naar een online besteld artikel dat fysiek niet meer in de winkel blijkt te liggen, hanteren we nu nog een ruime veiligheidsmarge voordat we een artikel online beschikbaar stellen.”

De pilot vindt plaats in Hoofddorp, Zwolle en Tilburg. SUR heeft gekozen voor Perry-filialen omdat die winkels groter zijn, een hoger marktsegment bedienen en deels een ander assortiment hebben. “In deze winkels zijn de uitdagingen het grootst. In de drie pilotwinkels is de voorraadbetrouwbaarheid gestegen naar 98 procent. Met dat soort cijfers kunnen we de veiligheidsmarges verlagen, waardoor we uiteindelijk minder vaak nee verkopen”, verklaart Vonk.”

Taggen in begin van de keten nodig

Een grote uitdaging is vooralsnog het aanbrengen van RFID-tags. SUR heeft alle artikelen in de drie pilotwinkels handmatig moeten taggen. “Het meest efficiënt is natuurlijk als dat aan het begin van de keten in de fabriek gedaan wordt in plaats van helemaal aan het eind. In het begin van de keten gaat het om grotere volumes, wat producenten in staat stelt om te investeren in machines. En hoe eerder in de keten de producten worden getagd, hoe groter het deel van de keten dat daarvan profiteert. Dat levert meer waarde op voor alle partijen. Ook bij goederenontvangst in het distributiecentrum kan RFID immers voordelen opleveren.”

'Hoe eerder in de keten de producten worden getagd, hoe groter het deel van de keten dat daarvan profiteert.'

Goede afspraken cruciaal bij sourcetagging

Snel gaat het nog niet met ‘sourcetagging’. In de Verenigde Staten levert Nike al ruim twee jaar producten met RFID-tags, in Europa start het sportmerk dit najaar. Adidas is in Europa nog niet zover, ook al vragen steeds meer retailers daarom. “Wij hebben een aantal eigen merken waarmee we kunnen starten, maar het merendeel van de omzet komt toch van de bekende wereldwijde sportmerken. Als die allemaal gaan sourcetaggen, stijgen de volumes exponentieel en zullen de prijzen van tags snel dalen. Dan wordt het ook interessanter voor kleinere leveranciers.”

Standaarden en afspraken zijn cruciaal, zegt Vonk. Hij noemt een bekend sportmerk dat zijn producten standaard voorzag van tags om namaak tegen te gaan, maar die tags waren niet gecodeerd volgens de GS1 standaarden en dus niet te scannen op de winkelvloer. Dat schiet dus niet op. Daarnaast zijn verdere afspraken nodig, bijvoorbeeld over de plaats van de tag bij een paar sneakers. Moet die op de schoenendoos worden bevestigd, op de linkerschoen of op de rechterschoen? “Het meest efficiënt lijkt het aanbrengen van tags op de schoenendoos, maar wij zetten de schoenen uitgepakt in de winkels. En sommige retailers zetten alleen de linkerschoen in de winkel, andere de rechterschoen.”

Kennis en ervaring delen binnen GS1

Vonk maakt dankbaar gebruik van de kennis en ervaring binnen de GS1 expertgroep voor RFID. Daarin zitten fashionretailers die al een paar stappen verder zijn dan de meeste sportretailers. Onderling wordt veel gesproken over de verschillende pilots. “Toch bestaan er ook grote verschillen. Veel fashionretailers zijn verticaal geïntegreerd of verkopen kleine merken, wat sourcetagging gemakkelijker maakt. Wij zijn veel meer afhankelijk van grote wereldmerken als Nike en adidas, waarvoor Perry wereldwijd gezien maar een kleine keten is. Wat dan helpt is dat we onderdeel zijn van JD Sports Fashion, een internationale retailorganisatie die onder andere in het Verenigd Koninkrijk ook bezig is met een RFID-pilot.”

Een ander verschil ten opzichte van fashionretailers is dat sportretailers meer metalen producten in hun assortiment hebben. Vonk noemt skistokken en tennisrackets als voorbeeld. Metaal en RFID gaan niet altijd goed samen. “Betere oplossingen zijn gewenst, zodat we zoveel mogelijk producten in sportwinkels van RFID kunnen voorzien. Elke uitzondering leidt tot een extra risico op onjuiste verwerking van goederen en zorgt voor inefficiënties”, stelt Vonk

Uitrol RFID naar alle Perry-winkels

Ondanks een aantal praktische uitdagingen is Vonk erg positief. Hij is ervan overtuigd dat RFID op grote schaal zal worden toegepast. “Zoals het er nu uitziet, verwacht ik dat we de technologie in de loop van volgend jaar gaan uitrollen naar de andere Perry-winkels. Maar het belangrijkste vraagstuk blijft het taggen van producten. Dat kunnen we niet zoals nu handmatig blijven doen”, stelt Vonk, die zijn hoop heeft gevestigd op de grote sportmerken. “Opvallend is dat meerdere retailers nu met pilots bezig zijn. Dat moet hen toch tot nadenken stemmen.”

----------------------

In navolging van de mode kiezen steeds meer bedrijven in de sportretail voor RFID om adequaat te kunnen inspelen op de vraag van klanten. Sportleveranciers moeten aan de slag met aanbrengen RFID-tags. Inmiddels zijn verschillende bedrijven al aan de slag met RFID, o.a. Asics, Daka, Intersport, Foot Locker, Nike, Sport2000 en stichd.