Perfetti van Melle: Neem verantwoordelijkheid in stuurgroep
Carien de Ceuster – Manager Masterdata Shared Service Center region-West bij Perfetti van Melle - is de nieuwe voorzitter van de stuurgroep GS1 Data Source voor de levensmiddelen- en drogisterijsector.
“Dat ik hiervoor werd gevraagd kwam voor mij als een aangename verrassing. Ik grijp de kans graag met beide handen aan. Ik ben erg voor het gelijkheidsprincipe en wil wat we samen afspreken ook uitvoeren.”
De Ceuster woonde vorig jaar voor de eerste keer een vergadering van de stuurgroep bij. Na een tweede bezoek kreeg ze een belletje vanuit GS1. “We willen wat met je bespreken, was de boodschap.” Een accountingachtergrond, kennis van data en een duidelijke mening bleken doorslaggevende argumenten om De Ceuster als voorzitter te vragen voor de groep die de sector vertegenwoordigt.
“Onze eigen prestaties op het gebied van datakwaliteit waren nog niet voldoende. Ik vind dat je als voorzitter het goede voorbeeld moet geven. Dat betekende dat we dus grote verbeterstappen moesten zetten. Inmiddels zitten we met onze data gelukkig op een betrouwbaarheid van 98,5 procent.”
‘Wil kennis over data zien’
De gerealiseerde verbeterslag betekent niet dat De Ceuster op datagebied achterover kan leunen, maar het levert wel meer tijd op voor haar voorzitterswerkzaamheden. Primair moet volgens haar de consument de juiste informatie kunnen vinden.
“Om dat te realiseren wil ik binnen de stuurgroep voldoende kennis over data terugzien, meningen horen en de wil om data te delen nog meer vergroten. Daarnaast moet iedereen gehoord worden. Beslissingen nemen we op een democratische manier, waarbij ik het heel belangrijk vind dat alle partijen - retailers en leveranciers - gelijk zijn.”
Ze hamert vanuit haar rol op de verantwoordelijkheid die leden van de stuurgroep moeten nemen. “Voorbereiding is absoluut noodzakelijk, weten waar je het over hebt en je rol kunnen spelen. Gaat het over masterdata, dan moeten daar geen andere onderwerpen doorheen lopen.”
In haar rol als voorzitter van de stuurgroep wil ze graag partijen naar elkaar toebrengen, hier en daar wat masseren en iedereen een veilig gevoel geven. “Je moet kunnen zeggen wat je wil. Besluiten we iets, dan moeten partijen zich daaraan houden, ernaar handelen en samenwerken.”
Belang van goede masterdata benadrukken
Naast het creëren van een gelijkwaardig speelveld, wil De Ceuster het belang van goede masterdata benadrukken. “Daarbij zijn drie pilaren onmisbaar: processen, procedures en systemen. Dat kost geld, dus moet je het belang ervan goed duidelijk maken aan de hele keten. Dat begint bij het top management maar het is voor iedereen in de organisaties van belang. Iedereen moet weten wat een wijziging in de data betekent, of het nu om ingrediënten of de verpakking gaat. Wil je daarover goed kunnen discussiëren, dan heb je mensen nodig in de stuurgroep die verstand hebben van de inhoud, zaken goed kunnen verwoorden én tegengas durven geven.”
Uitrol verpakkingsgegevens
Kijkend naar 2020, staat onder andere de uitrol van verpakkingsgegevens op de agenda. De Ceuster: “Gezien alle ontwikkelingen wereldwijd omtrent afvalstromen en carbon footprints zijn consumenten zeer geïnteresseerd in welke verpakkingen zij meenemen bij hun dagelijkse boodschappen. Voor retail en fabrikanten ligt er dus de uitdaging om zorg te dragen voor een juiste weergave binnen de data die ze meesturen in de communicatiestroom tussen de partijen.” Toch is dat volgens haar nog niet zo eenvoudig. “De gegevens zitten vaak diep verwerkt in de systemen van de fabrikanten. Daarbij zijn ze ook niet eenvoudig één op één terug te herleiden voor een juiste koppeling naar retail.”
‘Gemeenschappelijk belang vereist’
Om veranderingen succesvol te maken is het volgens haar van belang dat er een gemeenschappelijk belang is voor het creëren van een goede business case. Dat kan leiden tot een lange voorbereidingstijd en zorgen voor discussies. “Maar je moet je als partners afvragen of de toevoeging van deze data – zoals van verpakkingsgegevens - een gemeenschappelijk belang dient waar je elkaar in kunt vinden. Zolang de discussie puur om deze vraag draait kunnen retail en fabrikanten consensus vinden in een gemeenschappelijke oplossing. Uiteraard geldt ook hier dat een goede voorbereiding ten grondslag ligt aan een gezonde discussie en uiteindelijk een breed gedragen resultaat.”