GS1 gezondheidszorg: datakwaliteit bovenaan de agenda voor 2023
Er staan veel zaken op de agenda van GS1 Nederland in de gezondheidszorg voor 2023. Zo gaat de organisatie leveranciers helpen productdata vanuit GS1 Data Source te delen met de Eudamed-database. Daarmee kan men eenvoudiger voldoen aan de eisen van de MDR (voor medische hulpmiddelen) en IVDR (in vitro diagnostica). Het realiseren van de uniforme dataset met alle stakeholders het afgelopen jaar gaat hier enorm bij helpen. Maar, zo stelt Hans Lunenborg, sectormanager healthcare bij GS1 Nederland: niets is zo belangrijk als kwalitatief goede data. “Daarom staat het werken aan betere datakwaliteit bij ons in 2023 met stip op de eerste plaats.”
Productdata delen voor de MDR en IVDR; een uniforme dataset voor medische hulmiddelen; werken aan datakwaliteit; faciliteren van duurzaamheid; naast de cure de care gaan ondersteunen; de patiënt centraal stellen door digitaal informatie aan te bieden over medicatie via de 2D barcode: het wensenlijstje is aardig vol, weet Lunenborg. Maar geen van de punten op het lijstje is overbodige luxe.
Werken aan datakwaliteit
Zo is werken aan datakwaliteit een must. Hoe beter de kwaliteit van productdata, des te beter dit is voor leveranciers, ziekenhuizen én patiënten. “We gebruiken in Nederland al enkele jaren het Landelijk Implantaten Register. De ervaringen met het versturen van implantaatinformatie via GS1 Data Source zijn er. Wat mij betreft is het LIR dan ook een goede proeftuin voor de MDR. We hebben veel geleerd van wat werkt en wat beter kan of moet.”
Wat betekent het agendapunt praktisch gezien? Samen met koepelverenigingen NFU (umc’s) en NVZ (algemene ziekenhuizen) wil GS1 in de eerste helft van het jaar komen tot een voorstel dat onderstreept wat GS1 kan betekenen voor datakwaliteit. De focus ligt op de data die ziekenhuizen en toeleveranciers verwerken, stelt Lunenborg. “Als een ziekenhuis een product bestelt, moet het zeker weten dat dit het goede product is. Zo voorkom je correcties achteraf en maak je administratieve processen eenvoudiger.” Eind 2023 moet er een goede fundering liggen om de rol van GS1 als motor achter kwalitatief goede productdata verder uit te bouwen.
Productdata delen voor MDR, IVDR
Het werken aan betere kwaliteit zweeft niet in het luchtledige, maar heeft onder meer te maken met het voldoen aan de Europese verordeningen MDR en IVDR. Een groeiend aantal leveranciers realiseert zich dat ze behalve in de identificatie van medische hulpmiddelen veel energie moeten steken in het delen van (de juiste) productdata. GS1 wil dat fabrikanten net zo gemakkelijk productdata naar Eudamed kunnen sturen als nu naar zorginstellingen en het LIR.
“Daarover krijgen we veel vragen van leveranciers en ziekenhuizen”, vertelt Lunenborg. “Het uploaden van de data is een complex proces. Daar kunnen we goed bij helpen in een regiefunctie. De data in GS1 Data Source willen we ook eenvoudig kunnen delen met Eudamed." Praktisch gezien betekent dit dat er in de loop van 2023 een functionerende connector moet liggen tussen GS1 Data Source en de Eudamed-database.
Uniforme dataset voor alle medische hulmiddelen
GS1 is blij met het realiseren van de uniforme dataset met leveranciers, zorginstellingen, brancheorganisaties en beroepsverenigingen. Steeds meer betrouwbare productdata over medische hulpmiddelen is zo beschikbaar vanuit één bron: goed voor traceerbaarheid en patiëntveiligheid.
In februari 2023 komen nieuwe velden (zoals gegevens over steriele medische hulpmiddelen en afvalverwerking) beschikbaar in het Global Data Synchronisation Network (GDSN). Dat betekent dat ook andere afdelingen dan de OK en inkoop de productdata uit GDSN kunnen gebruiken. Voordelen zijn onder meer één dataset voor alle afdelingen en geen losse Excels en aparte uitvragen naar de leverancier meer. Lunenborg: “De uniforme dataset levert leveranciers en zorginstellingen een verder gestandaardiseerd proces op in het publiceren en ontvangen van productdata, veel tijdwinst, up-to-date productdata en interne geautomatiseerde processen.”
Van cure naar care
Lunenborg is trots dat vrijwel alle Nederlandse ziekenhuizen zijn aangesloten op de GS1 Data Soure. “Daar is Nederland – mede dankzij de invoering van het LIR - wereldwijd een voorloper in. Zorginstellingen omarmen standaarden omdat ze zien dat het gebruik van data verbetert en dat zij veiliger en efficiënter kunnen werken. In de duizenden instellingen die de care-sector telt (revalidatie, langdurige zorg, thuiszorg) worden GS1 standaarden en toepassingen zoals barcodescanning echter nog weinig ingezet, terwijl men ook hier veel medische hulpmiddelen en medicatie gebruikt.”
De care-sector kan met inzet van GS1 barcodes veel winnen. Zo kan barcodescanning voordelen opleveren voor voorraadbeheer en makkelijker omgang met data. “In 2022 hebben we inzichten verkregen in de werkwijze en processen bij verpleeg- en verzorgingstehuizen en de thuiszorg. Inmiddels hebben we iemand fulltime op de care-sector zitten. We willen door meer samenwerking met care-instellingen ervoor zorgen dat onze standaarden ook daar gaan bijdragen aan verbetering van kernprocessen.”
Duurzaamheid
Duurzaamheid is op dit moment een hot item in de zorg, merkt Lunenborg. Alle reden voor GS1 om te kijken hoe haar standaarden en met name data ingezet kunnen worden om duurzaamheid in de zorg te ondersteunen.
“Als je barcodescanning gaat doorrekenen naar duurzaamheid, zie je dat we veel kosten en onnodig gebruik van medische hulpmiddelen kunnen voorkomen bij goed gebruik van scanning en de achterliggende data. Zo bleek tijdens het GS1 congres afgelopen oktober dat een gemiddelde operatie 27 kilo afval oplevert. Dat moet minder worden. Kunnen we toe naar herbruikbare producten en welke data is dan nodig voor het logistieke proces?”
Ook wordt gekeken naar het beter kunnen scheiden van afval, dat kan alleen als je weet wat er in het product zit. Een grote uitdaging en kans. De eerste stap is gezet, binnen de GS1 datapool (GDSN) kan vanaf maart gegevens over type afval worden uitgewisseld. GS1 wil komend jaar inventariseren waar er nog meer behoefte aan is.
Bijsluiter digitaal patiënt centraal
In Nederland gaan er jaarlijks 300 miljoen doosjes met medicatie over de toonbank, goed voor 300 miljoen bijsluiters die vaak niet eens gelezen worden. Die bijsluiter digitaliseren en via een digitale link aanbieden, bespaart volgens Lunenborg behoorlijk wat bomen.
“Ook maak je data veel actueler. Medicatie heeft in theorie een vervaldatum van vijf jaar. Maar het kan zijn dat nieuwe inzichten eerder leiden tot veranderingen in de bijsluiter. Als die digitaal is op te vragen via de 2D barcode, kun je dat direct actualiseren. Ook is via een digital link op te vragen of medicatie die je in een drogisterij koopt, wel gebruikt mag worden met medicatie die je al slikt. Je plaatst zo de patiënt veel meer in het midden.”