2-11-2022

Meer samenwerken en slimmere inzet data in agroketen

Meer samenwerken en slimmere inzet data in agroketen - GS1 2022 0172 (1)

Terug in de keten is een stap vooruit

Hoewel er binnen de agro supply chain volop data beschikbaar is, lijkt het efficiënt delen van die data binnen de keten nog niet altijd een vanzelfsprekendheid. Door die data van grond tot mond beter te delen, hebben alle schakels in de keten toegang tot de informatie die ze nodig hebben om hun bedrijfsvoering te verbeteren. Daarvoor is wel meer samenwerking en het slimmer inzetten van onder andere artikeldata nodig, concludeerde Harrij Schmeitz, voorzitter van de sessie ‘Terug in de keten is een stap vooruit’ tijdens het GS1 congres.

Schmeitz, programmamanager van Fresh Upstream, ging met verschillende vertegenwoordigers uit de sector agrarisch & vers in gesprek over de waarde van data door de hele keten heen. Data die aan duidelijk afgesproken standaarden moet voldoen omdat anders de logistieke stromen niet kunnen functioneren. “Zonder standaarden is goede data-uitwisseling onmogelijk”, aldus Schmeitz.

Zeker in de agro supply chain is het belangrijk om de herkomst van producten snel en zorgvuldig te kunnen achterhalen. “We hebben te maken met de voedselveiligheid dus van ieder plakje ham moet bekend zijn van welke boer en stal het vlees afkomstig is, welk voer is gebruikt, in welke slachterij het dier is geslacht en in welke batch het is verwerkt en vervoerd. Alleen dan kun je in het geval van een incident snel achterhalen welke batch je moet terughalen.”

Over de vraag hoe de markt daar komt, gingen Karel van de Velden van Nijsen Voedselproductie, Gert-Jan Oplaat van Nepluvi, Bert Urlings van Vion Food Group, Kees de Kat van Fruitmasters en Marc Jansen van het CBL met elkaar in discussie. Maar eerst schetsten zij kort hun rol in de agroketen en de soorten data die zij verzamelen.

Data delen nog wel spannend

Gert-Jan Oplaat is voorzitter van de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie en nauw betrokken bij de ontwikkelingen op het gebied van artikeldata binnen de pluimveesector. “In onze sector hebben we te maken met de fokkerijen, vermeerderingsbedrijven, broederijen, vleeskuikenhouderijen, slachterijen en verwerkers en uiteindelijk de retail, foodservice en export. In die hele keten is enorm veel data aanwezig, maar we merken dat het delen van die data voor veel bedrijven nog wel spannend is.”

Volgens Bert Urlings, director quality assurance & PA van Vion, is het bij het maken van afspraken over data en het delen daarvan belangrijk om ook te luisteren naar de markt. “Alle primaire data moeten betrouwbaar zijn. In ons geval betekent dat inzicht in zaken als veevoer, genetica, informatie van de dierenarts, de boer, de slager en ook de uiteindelijke retailpartner. Op al die informatie over de varkens- en runderproducten moeten we allemaal kunnen vertrouwen.”

Al die data zijn nodig om inzicht te krijgen in de duurzaamheid en veiligheid van producten. “Maar ook over het dierenwelzijn en DNA van de dieren moet informatie gedeeld kunnen worden. Het gaat erom dat je er samen voor zorgt dat het op de juiste manier aangeboden wordt.”

Fruitmasters: iedere appel moet goed zijn

Bij Fruitmasters zijn ze anno 2022 in staat om op appelniveau de teelt kunnen sturen. “Dat kan alleen als we ook vanaf het eerste moment beginnen met data. Dat is een flinke uitdaging, maar we zijn erin geslaagd om dat te borgen”, zo verklaarde Kees de Kat, ceo van Fruitmasters.

De data zijn gedurende de volledige teelt en verwerking onmisbaar. “We werken met een onbemand pakstation en dat functioneert alleen als de data klopt. Daarom zorgen wij voor quality- en data-assurance, want iedere appel moet goed zijn.”

CBL: ga met data aan de slag

Marc Jansen, directeur van het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel benadrukte het toenemende belang van artikeldata en het delen daarvan. “We worden verplicht om steeds meer data te verzamelen en inzichtelijk te maken. Op het gebied van gezondheid, bijvoorbeeld de nutri-scores, maar ook de CO2-footprint van producten, de gebruikte verpakkingen tot zelfs de arbeidsomstandigheden binnen de keten. Het is een enorme uitdaging om dat samen met alle betrokkenen goed voor elkaar te krijgen en tot heldere afspraken te komen.”

Een van de oorzaken daarvan is volgens Jansen dat het belang van de keten in de ogen van sommige leveranciers belangrijker wordt dan hun eigen belang als ze hun data moeten delen. “Maar uiteindelijk hebben we allemaal te maken met wettelijke verplichtingen, verantwoordelijkheden en de klimaatopgave. Vandaar ook mijn dringende oproep om met data en de verdeling daarvan aan de slag te gaan.”

Voorwaarde om te overleven

Op de vraag of het delen van data in de keten een essentiële voorwaarde is om te overleven werd door de vijf gasten op het podium bevestigend beantwoord. “In de pluimveesector heeft ieder kuiken een paspoort met daarin alle benodigde data. Daarnaast gaat er met de kuikens standaard een formulier mee naar de slachterij met daarop alle benodigde informatie. Zo zorgen we voor inzicht”, aldus Oplaat, die wel de kanttekening plaatste dat er binnen de pluimveesector geen standaardketen bestaat. “Zo wil iedere retailer zijn eigen data hebben.”

Uitdaging om volwassen te worden

Het delen van data is volgens Van de Velden belangrijk, maar staat in de agro supply chain nog in de kinderschoenen. “Het zal een uitdaging worden om daarin volwassen te worden. Daarvoor moeten we toe naar de kern. Wat delen we wel en niet? We kunnen alle ingrediënten bieden, maar wat wil de consument weten? Hoe we dat samen effectief kunnen organiseren, daar moeten we aan werken.”

Ook Jansen ziet een toekomst zonder data delen niet voor zich. “Voor zover het er al niet is, gaan alle bedrijven er mee te maken krijgen. In de ideale wereld hebben we van de grond tot op het bord van de consument alle data beschikbaar en toegankelijk.”

Oplaat benadrukt dat artikeldata en het delen daarvan de keten in staat stelt om verbeterslagen te maken. “We kunnen nationaal en internationaal efficiënter werken door elkaars data te delen.”

Maak gebruik van GS1

De Kat riep op om te stoppen met de discussies over of het al dan niet delen van artikeldata. “Het goede nieuws is dat we de standaarden en voorwaarden hebben. GS1 is er dus begin en maak daar gebruik van”, aldus De Kat, die er direct bij vermeldde dat datadeling binnen de agrosector zeker nog niet optimaal voor elkaar is.

Gevraagd naar de kritische succesfactor om dit wel voor elkaar te krijgen, bleek samenwerken en leren van de koplopers op de markt het motto.

Samen slim oppakken

Afsluitend concludeerde sessie-voorzitter Schmeitz dat de agrosector zich terdege bewust is van het belang van het delen van artikeldata. “Thema’s als duurzaamheid, circulariteit en voedselveiligheid krijgen een steeds grotere rol in de keten. Die rol kunnen we alleen invullen als we samen standaarden vastleggen voor de wijze waarop we die data delen en inzichtelijk maken.”

De instrumenten om dat te doen zijn er, net zoals de standaarden. Denk aan het splinternieuwe locatieregister (GLN Registry). Dat bewijst GS1. “Duidelijk is dat we er gezamenlijk mee aan de slag moeten en de zaken slim moeten aanpakken. Data is in de hele keten aanwezig. Door die slim met elkaar te delen kunnen we de hele keten efficiënter maken.”