C&A bouwt met RFID aan fundament voor de toekomst
C&A is bijna klaar met de uitrol van RFID naar alle 1300 winkels. De technologie levert niet alleen meer omzet op, maar maakt ook nieuwe toepassingen mogelijk zoals het Digital Product Passport. Volgens de internationaal opererende modeketen zijn goede standaarden daarvoor onontbeerlijk.
Komend voorjaar stappen de laatste C&A-winkels in Spanje en Portugal over op RFID. Vanaf dat moment draait de technologie in meer dan 1300 winkels in 17 landen. In elke winkel waar RFID is geïmplementeerd, laat de omzet een significante groei zien. De investering in deze technologie is absoluut een goede beslissing geweest.
Stijging van de winkelomzet was voor C&A de belangrijkste reden om in 2011 te starten met een RFID-pilot in een handvol winkels rondom het hoofdkantoor in Düsseldorf. Het doel: de beschikbaarheid van het assortiment op de winkelvloer verbeteren om daardoor meer te kunnen verkopen.
C&A benadrukt dat het bedrijf zonder goede standaarden nooit aan het project was begonnen
Voorraadnauwkeurigheid van 95 procent of hoger
Het voordeel van RFID zit ‘m met name in de verbetering van de voorraadnauwkeurigheid. In elke supply chain worden fouten gemaakt - van verkeerd ingepakte dozen tot foutief geboekte zendingen - die afwijkingen tussen de administratieve en de wekelijke voorraad kunnen veroorzaken. De gevolgen daarvan worden meestal pas zichtbaar op de winkelvloer. Dat RFID het mogelijk maakt om veel vaker de winkelvoorraad te tellen en de administratieve voorraad te corrigeren, brengt een voorraadnauwkeurigheid van 95 procent of hoger binnen handbereik.
Een hogere voorraadnauwkeurigheid leidt tot een beter aanvulproces van de voorraad in de winkel. Stel dat een winkel volgens het ERP-systeem voldoende stuks op voorraad heeft, terwijl het schap in werkelijkheid leeg blijkt te zijn. Dan zal het systeem geen aanvulopdracht aanmaken, terwijl de winkel zijn klanten ‘nee’ moet verkopen. Het voorkomen van deze verborgen out-of-stocks was een belangrijke reden voor C&A om te starten met RFID. Bijkomend voordeel: met RFID kunnen winkelmedewerkers sneller de voorraad in het winkelmagazijn checken.
Zonder GS1 standaarden geen RFID-project
Na een lange pilotfase heeft C&A in 2018 een businesscase opgesteld, waarna in 2020 de uitrol is gestart. De standaarden van GS1 spelen daarbij een belangrijke rol. Sterker nog: C&A benadrukt dat het bedrijf zonder goede standaarden nooit aan het project was begonnen. Het bedrijf komt uit een tijd waarin het zijn eigen IT-landschap met zijn eigen nummeringssystemen had. Dat is niet langer houdbaar in deze tijd. Van meet af aan was duidelijk dat dit RFID-project alleen kans van slagen had als C&A zich zou committeren aan de standaarden van GS1.
Die standaarden betreffen niet alleen de standaard identificatiecodes en datadragers van GS1, maar ook EPCIS. De letters staan voor Electronic Product Code Information Services, een standaardtaal voor het vastleggen van ‘events’ zoals de scan van een RFID-tag. Met EPCIS is C&A in staat om een enorm grote databank met alle transacties in de supply chain te creëren. Elke keer als een RFID-tag of GS1 code wordt gescand, wordt dat daarin vastgelegd. Voor alle partijen in de supply chain is deze databank een ‘single source of truth’.
Door standaarden is elk systeem te gebruiken
Het creëren van deze databank was niet bijzonder moeilijk, legt C&A uit. Natuurlijk kost het tijd om die databank te bouwen en te integreren met de bestaande systemen. Maar omdat daarvoor standaarden worden gebruikt, kan in feite elk systeem worden ingezet voor de invoer en uitvoer van data. En omdat ook de businesslogica in de databank is verwerkt, hoeft C&A zijn bestaande systemen niet of nauwelijks aan te passen.
Op dit moment gebruikt C&A de RFID-technologie om in elke winkel wekelijks de voorraad te tellen. In een ideale wereld zou dat niet nodig zijn, aangezien elke RFID-tag dan bij ontvangst in de winkel en bij verkoop aan de kassa wordt gescand zodat exact duidelijk is wat nog in de winkel ligt. Maar de praktijk is dat de RFID-technologie nog niet volledig geïntegreerd is met het kassasysteem van C&A, waardoor nu soms producten worden verkocht zonder de RFID-tag te scannen. Als de RFID-scanners eenmaal volledig zijn geïntegreerd met het kassasysteem, is het misschien voldoende om eens per twee of drie weken de voorraad te tellen.
Inzet van e-learning en gamification
Voor de medewerkers in de winkel betekent de implementatie van RFID een grote verandering. Daarom heeft C&A zich ingespannen om alle medewerkers mee te nemen in die verandering. Het bedrijf heeft hen uitgelegd waarom ze nieuwe taken krijgen en waarom ze bestaande taken anders moeten uitvoeren dan voorheen. E-learning is ingezet om de medewerkers met behulp van een gamification te laten zien hoe ze de nieuwe tools moeten gebruiken.
RFID-tag geïntegreerd in prijskaartje
De RFID-tags worden al in de kledingfabrieken van de leveranciers aan de producten bevestigd. Voor die leveranciers maakt dat niets uit, aangezien de RFID-tags zijn geïntegreerd in de prijskaartjes die ze toch al moeten aanbrengen. Desondanks blijft het volgens C&A belangrijk om ook de leveranciers mee te nemen in het traject en uitleg te geven over RFID.
Het liefst wil C&A dat ook de leveranciers zelf de RFID-technologie actief gaan gebruiken. Als zij tijdens het inpakproces de RFID-tags van de kledingstukken scannen, ligt exact vast wat er in elke doos zit. Als ze elke doos bovendien voorzien van een unieke identificatiecode (SSCC), kan die in de databank aan de doosinhoud worden gekoppeld. Zolang de doos gesloten blijft, hoeft C&A dan alleen maar de SSCC te scannen om te weten wat erin zit.
Volgens C&A kan de RFID-tag de link zijn tussen het kledingstuk en het digital product passport
Nieuwe toepassingen van RFID
Als RFID straks in alle winkels draait, is C&A nog niet klaar. Zoals gezegd wil het bedrijf RFID-scanners aan het kassasystemen koppelen. Niet alleen om de voorraadadministratie direct bij te werken, maar ook om het aantal handelingen aan de kassa te verlagen en daarmee de wachtrijen te verkorten. C&A heeft echter nog meer ideeën, zoals het gebruik van de RFID-tags als vervanging van de bestaande antidiefstalbeveiliging. Niet eens zozeer om diefstal te voorkomen, maar om diefstal te detecteren. Als C&A sneller inzicht krijgt in de producten die onbetaald de winkels verlaten, kan het meteen de voorraad corrigeren en eerder maatregelen treffen om diefstal tegen te gaan.
Een ander idee is de installatie van een RFID-scanner bij de ingang van de paskamers. Daardoor wordt zichtbaar welke kledingstukken wel mee de paskamer ingaan, maar uiteindelijk niet worden gekocht. Dat levert waardevolle informatie op voor onder meer kledingontwerpers en marketeers, die daaruit wellicht kunnen afleiden dat de pasvorm of de prijsstelling niet goed is. Op lange termijn voorziet C&A nog meer toepassingen die nu nog niet in beeld zijn.
Koppeling met Digital Product Passport
Iets wat C&A in ieder geval goed in de gaten houdt, is de regelgeving vanuit Brussel. Denk aan de Ecodesign for Sustainable Products Regulation (ESPR), waarin staat dat elk product op termijn vergezeld moet gaan van een Digital Product Passport. Kleding is na batterijen de tweede productgroep waarvoor dat verplicht wordt. Volgens C&A kan de RFID-tag de link zijn tussen het kledingstuk en dit paspoort. Daarom investeert het bedrijf in RFID-technologie en monitort het op de voet of bijkomende oplossingen mogelijk zijn.