19-11-2024

GS1 Data Source maakt aanlevering data voor Nutri-Score gemakkelijker

Sinds 1 januari mogen voedingsmiddelenbedrijven in Nederland de Nutri-Score op hun etiket plaatsen. Dit officiële voedselkeuzelogo moet consumenten helpen om betere voedingskeuzes te maken. Tegelijkertijd hoopt de overheid met het logo voedingsmiddelenproducenten te stimuleren om de samenstelling van hun producten te verbeteren. Via GS1 Data Source, de datapool van GS1, kunnen voedingsmiddelenproducenten de voor Nutri-Score vereiste data aanleveren bij de Levensmiddelendatabank.

GS1 Data Source maakt aanlevering data voor Nutri-Score gemakkelijker - Nutriscore 2

Nutri-Score is sinds begin dit jaar het officiële voedselkeuzelogo van de overheid. De invoering daarvan is een initiatief van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en is een uitvloeisel van het Nationaal Preventieakkoord dat onder andere is gericht op terugdringing van overgewicht. “In dat akkoord is afgesproken dat we een voedselkeuzelogo introduceren. We hebben uitgebreid onderzocht welk logo het best aansluit bij de voedingsrichtlijnen en het makkelijkst te begrijpen is door consumenten. Op basis daarvan zijn we uitgekomen bij Nutri-Score”, vertelt beleidsmedewerker Annemieke Hoogeveen van het ministerie.

Haar collega Hélène Klerken benadrukt dat Nutri-Score niet zegt hoe gezond producten zijn. “De producten die bijdragen aan een gezond voedingspatroon, staan in de Schijf van Vijf. Nutri-Score is in aanvulling daarop bedoeld als een hulpmiddel voor producten die daar niet in staan. De kleurcode zegt iets over de samenstelling van die producten, zoals de hoeveelheid vet, suiker of zout. Frankrijk heeft het logo als eerste geïntroduceerd. Verschillende landen hebben zich daarbij aangesloten, waaronder België en Duitsland. Nederland is tot nu toe de laatste in dat rijtje.”

Levensmiddelendatabank

Deelname aan Nutri-Score is vrijwillig. Voedingsmiddelenproducenten die zich aanmelden, hebben twee jaar de tijd om het logo op al hun producten te plaatsen. “Voor de berekening van de Nutri-Score van een product gebruiken we grofweg drie typen algoritme: voor vaste voedingsmiddelen, voor dranken en voor noten, zaden, vetten en oliën. Binnen de algoritmes zijn er wel wat extra regels voor specifieke producten zoals kaas en rood vlees”, legt Klerken uit. “Aan de hand van een online tool kunnen bedrijven zelf de Nutri-Score uitrekenen. Een belangrijke voorwaarde voor deelname aan Nutri-Score is dat alle daarvoor benodigde productdata aan de Levensmiddelendatabank worden aangeleverd.”

Om de administratieve last tot een minimum te beperken, beschikt de Levensmiddelendatabank over een koppeling met GS1 Data Source. Voedingsmiddelenproducenten die deze datapool gebruiken om productdata aan te leveren bij retailers, hoeven vrijwel geen extra productdata meer in te voeren. “Voor het berekenen van de Nutri-Score zijn onder meer data over het aandeel vet, suiker en zout nodig. Die data vormen onderdeel van de etiketinformatie die bedrijven toch al moeten aanleveren bij retailers en dus vaak al in de datapool staan”, verklaart projectleider Wieke van der Vossen van het Voedingscentrum, dat de Levensmiddelendatabank beheert.

Om de administratieve last tot een minimum te beperken, beschikt de Levensmiddelendatabank over een koppeling met GS1 Data Source.

Extra datavelden

Enkele gegevens stonden nog niet in de datapool: het aandeel groenten, fruit en peulvruchten in het product, de door de fabrikant berekende Nutri-Score zelf en het soort algoritme dat gebruikt is voor de berekening. “Daarvoor moest in GS1 Data Source en het bijbehorende Benelux datamodel nieuwe velden worden aangemaakt. Daar hebben we heel wat gesprekken over gevoerd, aangezien het om een internationale standaard gaat”, weet Van der Vossen. “Elk land heeft meestal zijn eigen soort levensmiddelendatabank, maar Nederland is één van de weinige landen dat die databank gekoppeld heeft met de datapool van GS1. Het kostte wat moeite om andere landen ervan te overtuigen dat voor het berekenen van de Nutri-Score in Nederland het datamodel van GS1 moest worden uitgebreid.”

De koppeling tussen de Levensmiddelendatabank en de datapool van GS1 maakt het werk van voedingsmiddelenproducenten een stuk eenvoudiger. “In Frankrijk moeten bedrijven de data apart aanleveren, bijvoorbeeld door een Excel-bestand te uploaden. Erg omslachtig”, weet Hoogeveen. Van der Vossen beaamt dat. “Bedrijven in Nederland willen echt niet meer terug naar die Excel-exercitie. Bovendien zijn wij dankzij de koppeling verzekerd van actuele data. Als bedrijven een nieuw product invoeren in de datapool, staat die meteen in de Levensmiddelendatabank.”

Als bedrijven een nieuw product invoeren in de datapool, staat die meteen in de Levensmiddelendatabank

Koppeling via GS1 DataLink

Voor de koppeling gebruikt het Voedingscentrum GS1 Data Link, waarmee zij via een directe link up-to-date etiketdata uit GS1 Data Source ontvangen. “Het enige aandachtspunt is dat bedrijven via het klantportaal MijnGS1 moeten aangeven of ze willen dat gegevens via GS1 Data Link worden gebruikt door het Voedingscentrum. Bedrijven kunnen hun keuze op elk moment opnieuw wijzigen. Voedingsmiddelenproducenten die met Nutri-Score aan de slag gaan, moeten dus even checken of het vakje is aangevinkt”, legt Van der Vossen uit. “Als dat het geval is, wordt de data in de Levensmiddelendatabank dagelijks gesynchroniseerd met GS1 Data Source. Dat biedt ons veel voordelen, maar betekent ook dat we erg afhankelijk zijn van de kwaliteit van productdata. Als bedrijven een product uit het assortiment halen, is het heel belangrijk als ze in de datapool een einddatum invoeren. Dan verdwijnt het product ook uit ons bestand.”

De data kunnen worden gebruikt  om voor een productgroep te checken of de Nutri-Score juist berekend is, en ook voor monitoring. “Dat gebeurt door het RIVM, dat eveneens toegang heeft tot de Levensmiddelendatabank. Zij houden bij op hoeveel producten het logo staat, maar kunnen ook in de loop der jaren zien of de samenstelling van producten verbetert. De hoop is natuurlijk dat bedrijven gestimuleerd worden om hun producten aan te passen, zodat ze een betere score krijgen.”

Rekentools en instructievideo’s

De foodretailers hebben inmiddels aangegeven de Nutri-Score op al hun voedingsmiddelen te plaatsen. Het Ministerie van VWS hoopt dat alle andere voedingsmiddelenproducenten dat voorbeeld volgen. “We hebben in april een introductiecampagne gelanceerd die positief is verlopen”, weet Klerken. “Als bedrijven willen meedoen, kunnen ze het beste kijken op www.nutriscorevoorbedrijven.nl. Daar vinden ze de rekentool om de Nutri-Score te berekenen, maar ook animaties, instructievideo’s en andere documentatie. We hebben ons best gedaan om samen met de stakeholders de invoering zo gemakkelijk mogelijk te maken.”