17-3-2025

Uniforme duurzaamheidsdata onontbeerlijk in transitie naar circulaire economie

Het delen van data is cruciaal in een circulaire economie. In de Week van de Circulaire Economie gaan directeur Cees-Jan Adema van FNLI en CEO Mirjam Karmiggelt van GS1 Nederland met elkaar in gesprek over hoe standaardisatie van data de transitie kan versnellen én vereenvoudigen. “Het helpt enorm als we allemaal dezelfde taal spreken.”

Uniforme duurzaamheidsdata onontbeerlijk in transitie naar circulaire economie - Uniforme Duurzaamheidsdata Onontbeerlijk In Transitie Naar Circulaire Economie (1)

In februari kwam er vanuit de EU onder de noemer Omnibus een voorstel om de regeldruk omtrent duurzaamheid te verminderen. Volgens het voorstel hoeven minder bedrijven aan de CSRD-wetgeving te voldoen, krijgen ze een jaar langer de tijd om die te implementeren en hoeven ze voor hun duurzaamheidsrapportages nog maar één schakel terug de keten in. De complexiteit moet daardoor dalen, maar dat betekent allerminst dat het thema aan belang inboet. “Dit wettelijk kader is belangrijk om een gelijk speelveld te creëren, maar is voor bedrijven zeker niet de enige en ook niet altijd de belangrijkste drijfveer om te verduurzamen”, stelt Cees-Jan Adema, directeur van de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI).

Heel veel initiatieven in onze achterban worden niet alleen genomen omdat het moet van de overheid, maar omdat bedrijven zich realiseren dat grondstoffen schaars zijn

Hij wijst op de levensmiddelenbedrijven die bewegen richting een circulaire economie. “Circulariteit gaat over het sluiten van kringlopen. Dan praten we over zoveel mogelijk inzetten van hernieuwbare en recyclebare verpakkingen, maar bijvoorbeeld ook over het stimuleren van regeneratieve landbouw om uitputting van de bodem te voorkomen. En onlangs was ik nog bij een FNLI-lid dat samen met milieuorganisaties waterspaarbekkens heeft aangelegd om de grondwaterstand te bevorderen”, vertelt Adema. “Heel veel initiatieven in onze achterban worden niet alleen genomen omdat het moet van de overheid, maar omdat bedrijven zich realiseren dat grondstoffen schaars zijn. Dan praten we niet alleen over circulariteit, maar ook over klimaatverandering en biodiversiteit.”

Pragmatisch invulling geven aan duurzaamheidsrapportage

Als het Omnibus-maatregelenpakket wordt aangenomen, dan mag dat geen rem zijn op verduurzaming. “De CSRD moet voor transparantie op het gebied van duurzaamheid zorgen. Transparantie door de hele keten heen is ontzettend belangrijk, daar ben ik heilig van overtuigd. Maar we moeten wel op een pragmatische manier invulling daaraan kunnen geven. Als alle inspanningen gaan zitten in het creëren van transparantie, spannen we het paard achter de wagen”, zegt Adema. “Daarnaast hoop ik dat we de extra tijd gebruiken om meer uniformiteit te krijgen in de data die we vastleggen en in de wijze waarop we die delen.”

Rapportage zou geen doel op zich moeten zijn, maar een middel om tot circulaire keuzes te komen

Met name die laatste opmerking kan op instemming rekenen van CEO Mirjam Karmiggelt van GS1 Nederland, de organisatie die de levensmiddelenindustrie en andere sectoren ondersteunt met tools en standaarden voor het delen van data. “Het opstellen van een duurzaamheidsrapportage is heel complex. Het voorgestelde uitstel geeft ons de ruimte om de opgedane ervaringen met elkaar te delen en te bespreken. Rapportage zou geen doel op zich moeten zijn, maar een middel om tot circulaire keuzes te komen. Maar ik ben er wel zeker van dat we achterliggende administratie een stuk eenvoudiger kunnen maken.”

Het helpt als we allemaal dezelfde taal spreken

Karmiggelt schetst hoe bedrijven uiteenlopende data moeten opvragen bij ketenpartners en hoe ze die in verschillende formats aangeleverd krijgen. “Bijna elk bedrijf is hiermee bezig, of omdat ze zelf moeten rapporteren of omdat ze leveren aan een rapportageplichtig bedrijf. En elk bedrijf probeert dat proces zo efficiënt mogelijk in te richten. Dan helpt het als we allemaal dezelfde taal spreken”, stelt Karmiggelt, die moet terugdenken aan de wetgeving rondom etiketdata. “Als gevolg daarvan stuurde elke retailer weer een ander vragenlijst met het verzoek om voor elk product die etiketdata in te vullen. In diezelfde fase zitten we nu weer. Dat betekent voor veel bedrijven dat ze veel meer data moeten vastleggen en delen. De roep om standaardisatie is daarom enorm.”

Om het belang van standaardisatie te verduidelijken, maakt Adema graag een vergelijking met de financiële verslaglegging. “We hebben met ons allen keurige afspraken gemaakt over de definitie van EBITDA en over de berekening van het eigen vermogen. Maar als het gaat om duurzaamheid, gebruiken we nog steeds een heleboel verschillende definities. Dat zien we terug in de vragenlijsten die de FNLI-leden van hun klanten ontvangen. Als sector moeten we samen met de overheid optrekken om een helder kader te definiëren en de uitwisseling van data te stroomlijnen.”

Duurzaamheidsdata stopt niet bij de grens

GS1 speelt daarin een cruciale rol, stelt Adema. “We gebruiken de tools en standaarden van GS1 al jarenlang om eerst logistieke data en later etiketdata en e-commercedata op een efficiënte manier door de keten te krijgen. Nu we duurzaamheidsdata daaraan toevoegen, wordt de rol van GS1 alleen nog maar belangrijker. Niet alleen in Nederland, maar ook daarbuiten. De thuismarkt van de meeste FNLI-leden ligt immers in een straal van 800 kilometer rondom Nederland. Wij streven niet alleen naar standaardisatie in Nederland, maar in heel Europa. Daarom is het Europese netwerk van GS1-organisaties zo belangrijk. En blijven we aan onze achterban uitleggen wat GS1 doet en waarom dat zo belangrijk is.”

Nu we duurzaamheidsdata daaraan toevoegen, wordt de rol van GS1 alleen nog maar belangrijker. Niet alleen in Nederland, maar ook daarbuiten

Aan de roep om standaardisatie is deels al invulling gegeven. Met ondersteuning van GS1 zijn afspraken gemaakt over het vastleggen en delen van CO2-data. De bijbehorende implementatiehandleiding is inmiddels beschikbaar. “Daarin staat dat we nu per product en per schakel in de keten kunnen vastleggen welke uitstoot daarbij hoort en hoe dat is berekend. Soortgelijke afspraken gaan we nu maken voor watergebruik en biodiversiteit”, legt Karmiggelt uit. “Dat doen wij niet zelf, maar dat doen de bedrijven om wie het gaat. Wat wij doen, is de betrokken partijen aan tafel brengen en een eerste voorzet geven. Vervolgens gaat het verzoek een proces in om tot internationaal toepasbare standaarden te komen.”

Van ontbossingswet tot productpaspoort

GS1 ontwikkelt niet alleen standaarden voor de wettelijk verplichte duurzaamheidsrapportages, maar ook voor andere wetgeving zoals de ontbossingswet (EUDR). “We hebben onze EDI-berichten aangepast, zodat bedrijven per zending kunnen aangeven dat ze aan deze wet voldoen”, verklaart Karmiggelt. “Het is behoorlijk complex om voor elke zending in een Europese database vast te leggen dat aan de ontbossingswet is voldaan. Het zou een stuk gemakkelijker worden als een bedrijf kan aantonen dat het alleen inkoopt bij gecertificeerde boeren, zodat niet elke zending hoeft te worden gevolgd. Nu de ontbossingswet is uitgesteld, hebben we meer tijd om ook daarover het gesprek aan te gaan.”

Een ander aandachtspunt is het digitaal productpaspoort, dat op termijn voor elk product op de Europese markt moet worden opgesteld. Karmiggelt: “Eén van onze belangrijkste tools is de QR Code powered by GS1 die toegang biedt tot zo’n productpaspoort. Door elk individueel product een unieke code mee te geven, kunnen consumenten bijvoorbeeld zien waar de ingrediënten vandaan komen en hoeveel water is verbruikt. Ook maken wij het mogelijk om met zogenaamde Global Location Numbers alle locaties op de wereld een unieke identificatiecode mee te geven, zodat we elk product digitaal aan een boer kunnen koppelen.”

Samen kijken we naar de lange termijn: nog veel stappen te zetten

Adema is blij met alle vorderingen. “Op allerlei vlakken gebeurt ongelooflijk veel, van de zuivelsector tot de groenten- en fruitsector. Als FNLI zijn we bijvoorbeeld actief betrokken bij een traject over verduurzaming van dierlijke ketens, waarbij is onderzocht welke data nodig is, waar die vandaan komen en hoe we daarin meer uniformiteit kunnen aanbrengen. Er is veel vooruitgang geboekt, maar tegelijkertijd hebben we nog steeds heel veel stappen te zetten. De grote uitdaging is om steeds weer de juiste afweging te blijven maken, want we hebben ook te maken met commercieel gevoelige data. Hoever terug in de keten kunnen we straks achterhalen waar welke grondstoffen zijn ingekocht?”

Het delen van duurzaamheidsdata wordt alleen maar belangrijker, zeker nu consumenten in hun aankoopbeslissingen steeds meer rekening houden met duurzaamheid

Met GS1 en andere organisaties is FNLI over dat soort thema’s in gesprek. “Samen kijken we naar de lange termijn. Waar gaan we naartoe, hoe gaan we dat doen en wat hebben we daarvoor nodig. Uiteraard zijn daar alle primaire partijen, zowel producenten als retailers, daarbij betrokken”, stelt Adema. “Het delen van duurzaamheidsdata wordt alleen maar belangrijker, zeker nu consumenten in hun aankoopbeslissingen steeds meer rekening houden met duurzaamheid. Consumenten hebben het recht om te weten wat ze kopen, waar het vandaan komt en hoe het geproduceerd wordt. Dus moeten we ervoor zorgen dat we dat samen goed regelen.”