3-9-2021

De appel valt met een GLN letterlijk niet ver van de boom

Datagedreven, geautomatiseerd of zelfs gerobotiseerd ‘boeren’. Dit levert een hogere opbrengst en een betere kwaliteit op, terwijl minder grondstoffen en beschermingsmiddelen nodig zijn en de traceerbaarheid van producten verbetert. Basisvoorwaarde is wel dat elke boerderij of kas een eigen identificatienummer heeft.

De appel valt met een GLN letterlijk niet ver van de boom - De appel valt met een GLN letterlijk niet ver van de boom

“Ik ben toch geen ICT-er”, zullen veel boeren en tuinders denken. Maar met een uniek identificatienummer voor locaties (GLN) valt de appel letterlijk niet ver van de boom.

Om producten snel en goed te kunnen traceren, is het van essentieel belang dat percelen, producenten en leveranciers op een eenduidige wijze worden geïdentificeerd. Want steeds meer partijen - en zeker ook consumenten - willen weten wie in de keten waarvoor verantwoordelijk is en waar producten vandaan komen. Denk dan aan een akker, kas, verpakkingsstation of distributiecentrum. Dit is van belang voor een efficiënte, veilige én duurzame keten.

Boerderij, akker, kas in zicht met uniek locatienummer

Aan het begin van de keten staat de boer of tuinder, met daarna een netwerk van verschillende bedrijven. De producten van de boer of tuinder vinden via voedselverwerkingsbedrijven, afzetorganisaties, retailers en foodservice/horeca hun weg naar de consument. Iedere partij in die keten kan een GLN (Global Location Number) gebruiken. Dit nummer verwijst naar de locatie waar het product vandaan komt en/of waar het is geweest.

De naam, adresgegevens en het type ketenpartner zijn gekoppeld aan dit nummer, dat correspondeert met exact één locatie in de wereld. Dit vergroot de zichtbaarheid van bedrijven in de gehele keten enorm. Bedrijven die GLN als standaard gebruiken, communiceren efficiënter met elkaar en voegen waarde toe aan de hele keten.

Boer of teler als slimme datamanager

Hoe bereken je de carbon footprint van een appel, peer of kers als je niet weet hoeveel kunstmest en welke bestrijdingsmiddelen je hebt gebruikt? Ook daarvoor zijn betrouwbare data noodzaak. Bedrijven kunnen door 100% actuele, accurate en betrouwbare informatie uit te wisselen een snellere, efficiëntere en duurzame AGF-keten realiseren.

Een boer wordt in zijn eigen bedrijf steeds meer ‘hoofd ICT’

Aan het unieke GLN-nummer kan een boer of teler allerlei data koppelen, bijvoorbeeld over welke gewasbeschermingsmiddelen er zijn gebruikt. Zo wordt de boer of teler steeds meer een slimme datamanager, omdat ze met behulp van data hun productiviteit, efficiëntie en duurzaamheid kunnen verbeteren.

Steeds vaker zullen de boeren hun gewassen gaan bijhouden met drones, of informatie opslaan bij het voeren of melken van zijn koeien. Hij is voortdurend aan het meten en registreren. Een boer wordt binnen zijn eigen boerenbedrijf steeds meer zijn eigen ‘hoofd ICT’. En die consument kan via een app de groentes of pak melk scannen om te zien wat de kwaliteit of herkomst is.

Kees de Kat, Fruitmasters: ‘Meer inzicht in versketen met feiten’

Kees de Kat, ceo van Fruitmasters geeft aan dat een goede data-uitwisseling voor iedereen een doel moet dienen. Het gaat dan om denken in datalagen, want de consument vindt namelijk iets anders belangrijk dan de overheid, de producent of de retailer. “Voor meer duurzaamheid, meer efficiëntie en minder verspilling in de keten zijn betrouwbare data noodzaak. Je hebt daarom eenduidige datastandaarden nodig”, zegt De Kat. Het kijkje in de keuken bij Kees de Kat die naar meer inzicht in de keten wil, leest u in het GS1 magazine waar we hem voor interviewden.