Het begint met het uniek identificeren van producten. Zo creëer je een uniek paspoort waarmee elke schakel in de keten een product kan herkennen. Door ook personen en locaties te identificeren kun je producten bovendien door de hele keten volgen en traceren.
Producten
Producten in de gezondheidszorg verdelen we onder in medische hulpmiddelen en geneesmiddelen.
Medische hulpmiddelen
Leveranciers van medische hulpmiddelen beginnen met het uniek identificeren van producten door het aanbrengen van een Unique Device Identification (UDI) op het medische hulpmiddel. Dit is een vereiste vanuit de Europese wetgeving MDR en IVDR.
Geneesmiddelen
Om geneesmiddelen uniek te identificeren gebruik je een GS1 artikelcode, ook wel GS1 Global Trade Item Number (GTIN) genoemd, in combinatie met een batchnummer en vervaldatum. De wetgeving Falsified Medicines Directive zorgt voor een systeem van unieke identificatie waardoor elk geneesmiddel vanaf de productie tot de patiënt kan worden getraceerd.
Producten scannen
Voor zorginstellingen begint het traject van identificatie bij de ontvangst van producten door het scannen van de barcode.
Personen (patiënt en cliënt)
Voor het uniek identificeren van personen wordt het GS1 Global Service Relation Number (GSRN) gebruikt. Gebeurtenissen kunnen hiermee rechtstreeks in het elektronische patiëntendossier worden opgenomen, van waarnemingen door de patiënt en toediening van geneesmiddelen tot chirurgische ingrepen of gebruikte implanteerbare hulpmiddelen.
Locaties
Met een GS1 Global Location Number (GLN) identificeer je een bepaalde leverancier, fabrikant of een ziekenhuis. Maar ook een patiëntenafdeling of specifiek schap. Dit zorgt voor een efficiëntere en transparante toeleveringsketen.