Onder regie van het ministerie van VWS hebben de brancheorganisaties uit de zorg (Nefemed, FHI, FME, NFU, NVZ en ZKN) in 2017 afspraken ondertekend voor het eenduidig coderen van medische hulpmiddelen en het uitwisselen van artikelgegevens. De eenduidige codering maakt het scannen van barcodes (toegestane barcodes GS1-128 en GS1 DataMatrix) mogelijk om te kunnen traceren bij welke patiënt welk medisch hulpmiddel is gebruikt.
Deze afspraken zijn in lijn met het Landelijk Implantaten Register (LIR) en de Medical Device Regulation (MDR).
Wat betekenen deze afspraken?
- Artikelcodes van geaccrediteerde partijen: GS1, HIBC, ICCBBA
- Toegestane barcodes: GS1-128 en GS1 DataMatrix
- GS1 Data Source voor het uitwisselen van productdata
Hoe werkt dit in de praktijk?
Fabrikanten moeten alle medische hulpmiddelen die op de inclusielijst (bijlage IV ADC document) staan van een UDI (Unique Device Identification) voorzien en bijbehorende artikelgegevens met zorginstellingen delen via GS1 Data Source (GDSN).
Zorginstellingen zorgen ervoor dat door de hele instelling medische hulpmiddelen geregistreerd en getraceerd worden door het scannen van de barcode - Unique Device Identification (UDI). Aanvullende artikelgegevens komen uit GS1 Data Source.
Procedures voor het vastleggen van welk medisch hulpmiddel zich op welke locatie bevindt en welk medisch hulpmiddel uiteindelijk bij de patiënt is gebruikt, staan in de afspraken.